Het ligt niet aan de paar tekeningen die hij er maakte, ook niet aan de duur van zijn verblijf, maar veel meer aan de tekst die hij aan het papier toevertrouwde, dat de naam van Vincent van Gogh voor altijd aan Zweeloo is verbonden.
Op 1 november 1883 reisde Vincent van Gogh mee met ene Hendrik Scholte, die naar de jaarmarkt in Assen op weg was, en zij spraken af dat hij op de terugweg weer zou worden opgepikt.
Van Gogh wilde graag naar Zweeloo, omdat hij had gehoord dat Max Liebermann en andere schilders daar ook waren. Eenmaal in Zweeloo ontdekte hij dat zij er alleen in het zomerhalfjaar waren. Dat was een grote teleurstelling, maar in de brief die hij aan zijn broer in Parijs schreef, was hij lovend over de prachtige omgeving. Voor Van Gogh zat er weinig anders op dan de dag in Zweeloo door te brengen en te wachten tot hij door Scholte werd opgehaald. Ondertussen tekende hij o.a. de Kerk van Zweeloo.